Kattenpis. Ervaren wijnproevers weten dan onmiddellijk dat het over sauvignon blanc gaat maar beginnelingen trekken verbaasd hun wenkbrauwen op als ik dit als voorbeeld van een proefnotitie geef tijdens de workshop Proef!, een introductie in wijn.
Het is inderdaad even wennen, dat wijnjargon. Bij ‘bittertjes’ en ‘zoetjes’ kunnen de meesten zich nog wel iets voorstellen maar wat wordt verstaan onder een ‘koppige neus’, een ‘grappige afdronk’ of een ‘echte terroirwijn’?
Back to the basics dus. Ik schenk een Nieuw-Zeelandse sauvignon blanc en vraag de deelnemers goed te ruiken. Aarzelend worden wat omschrijvingen geuit. ‘Citrus’ zegt iemand. ‘Ik ruik meer tropisch fruit, een mango of ananas,’ zegt een ander. ‘Gras?’ vraagt weer iemand anders.
Ik moedig ze aan. Proefnotities zijn persoonlijk. Ze kunnen niet goed of fout zijn. Het gaat om de associatie die je hebt met een bepaalde wijn of druif. Van kattenpis tot putlucht, van geroosterd brood tot verbrand rubber, alles is geoorloofd.
Op dit niveau, althans. Het is immers de bedoeling dat de geur, en dus het beeld dat die geur bij je oproept, je helpt om de wijn te leren kennen en daarna te herkennen. Eén van mijn favoriete associaties is ‘natte zwemspullen, gerold in een handdoek en daarna drie dagen vergeten uit te hangen’. Zo’n muffe, beetje ouderwetse geur die je soms ruikt bij een aligoté (een witte bourgogne). Niet direct aantrekkelijk in de neus, zoveel mag duidelijk zijn. Maar zolang je dergelijke omschrijvingen niet in je verkoopbrochure zet of op de wijnkaart, kunnen dit soort associaties de wijndatabase in je hoofd verder helpen.
De cursisten hangen nog met hun neus boven het glas. Er worden steeds meer geurervaringen uitgewisseld. Dat levert deze keer ook een verrassende nieuwe notitie op.
Rob, een vlotte vijftiger, had zijn neus al misprijzend opgetrokken toen hij voor het eerst rook. Hij ruikt nogmaals en neemt behoedzaam een slok. Hij laat de wijn door zijn mond gaan en spuugt hem uit. Zijn gezicht staat op vies. Desondanks vraag ik hem wat hij van de wijn vindt.
Hij grinnikt. ‘Niks voor mij, deze sauvignon blanc. De geur staat me al tegen,’ zegt hij. ‘Die doet me denken aan mijn ex.’ Iedereen barst in lachen uit. ‘En met de smaak is het net zo,’ doet hij er nog een schepje bovenop. ‘Zij was ook zo zuur.’